Het Vrije Woord

Met het Antwerpse Het Vrije Woord – niet te verwarren met het gelijknamige sluikblad van de Antwerpse communisten - belanden we bij één van de meest atypische verzetsbladen. Het was de vrucht van een samenwerking tussen Joden en niet-Joden. Maar ook was er een belangrijke medewerking van trotskisten, die nochtans numeriek gesproken in het Vlaamse politieke landschap volledig te verwaarlozen waren. Het ging om een intellectueel blad dat, mede door zijn heldere inzichten, boven de andere verzetsbladen uitstak. Al in 1940 werden er voorspellingen over het Duitse krijgsverloop en de Jodenvervolging gedaan die twee jaar later bleken uit te komen.

De verzetsgroep Vrank en Vrij en de familie Mandel

Het Vrije Woord verscheen voor het eerst op 25 september 1940. Het was daarmee een van de vroege Nederlandstalige verzetsbladen in Vlaanderen. Het blad was gestencild met een oplage van 3.000 exemplaren. Een cijfer dat later steeg tot een gemiddelde oplage van 4.200. Het werd grotendeels in Antwerpen, Turnhout en Mechelen verspreid. De trotskistische oud-Spanjestrijder Camille Loots zorgde voor de verdeling in Brussel.

Het Vrije Woord was de spreekbuis van de door de verzekeringsagent Henri Mandel in Antwerpen opgerichte “onafhankelijk patriottische verzetsgroep ‘Vrank en Vrij’”. Ook diens echtgenote Rosa Mateles en diens beide jonge zonen Ernest en Michel behoorden tot de leden van het eerste uur. Het blad werd aanvankelijk gedrukt ten huize Mandel in Deurne. De familie was van Pools-Joodse afkomst en geassimileerd. Van twaalf personen groeide Vrank en Vrij uit tot 50 medewerkers einde 1940. Over heel de bezetting zouden een 100-tal mensen actief bij de groep betrokken zijn geweest. Bij Vrank en Vrij waren nog wel meer familiale banden te ontdekken. Zo behoorden tot de groep nogal wat echtparen, niet zelden samen met hun zonen of broers en zussen.

Een patriottisch blad van de intellectuele middenklasse met belangrijke Joodse inbreng

In het blad kwam geen uitgesproken politiek-ideologische opinie naar voren. Het ging om een onafhankelijk antinaziblad, dat in verscheidene politieke middens zijn weg vond. Zo werd ook de katholieke schepen van Sint Pieter-Woluwe, Victor Smets, lid van Vrank en Vrij. Nochtans bestond de groep uit zo’n 15% trotskisten, in de eerste plaats de jonge Ernest Mandel. Aanleiding tot de oprichting van de groep Vrank en Vrij was trouwens het bericht van de moord op Trotski in Mexico in augustus 1940. Bovendien schreef Ernest Mandel, na zijn vader Henri Mandel, het grootste deel van de bijdragen.

Ongeveer een vierde van de verzetslui van Vrank en Vrij was van Pools-Joodse origine. Tot de uitzonderingen behoorden vader en zoon Osias en Sylvain Frey, die Belgische Joden waren. Sylvain Frey had zijn studies rechten aan de ULB moeten stopzetten en stond aan de leiding van de Studentenploeg. Na de oorlog verwierf hij bekendheid als hofmaarschalk van koning Boudewijn.

De overgrote meerderheid van de leden van Vrank en Vrij kwam uit de middenklasse. Een groot deel was werkzaam in het onderwijs, veelal verbonden aan athenea. Verder waren er bedienden, politiebeambten, bakkers, caféhouders, een mecanicien, een geneesheer en een diamantmakelaar. Onder het 100-tal leden van Vrank en Vrij telden we 17 vrouwen.

Geloof in de Duitse nederlaag

Het Vrije Woord bevatte van meet af aan talrijke progeallieerde bijdragen en geloofde rotsvast in de Duitse nederlaag. De titels van de eerste nummers waren duidelijk: Engeland houdt stand en zal in staat zijn Hitlers macht te breken. Ook verschenen er patriottische artikelen als Ondanks het verbod door den bezetter – zullen wij den 11 november vieren. Na de Duitse inval in de Sovjet-Unie op 22 juni 1941 klonk het profetisch Hitlers aanval op de Sovjet-Unie zal zijn ondergang bespoedigen. Tevens verscheen een nummer van Het Vrije Woord in het Duits – op dat moment uniek in België -, speciaal gericht tot de Duitse soldaten. Dergelijke publicaties waren bedoeld om het moreel der bezettingstroepen te ondermijnen. En na de Japanse aanval op Pearl Harbour begin december 1941 luidde het: Amerika in den Tweeden Wereldoorlog – De waarborg onzer overwinning.

De Jodenvervolging

Al bij de eerste Jodenverordening van oktober 1940 reageerde Het Vrije Woord alert: “Wij moeten […] op de hoede zijn! Deze eerste verordeningen tegen onze Joodse medeburgers zijn slechts het begin. De nazi-barbaarsheid kent geen grenzen. Wij moeten daarop antwoorden (…) door onze Joodse medeburgers ter zijde te staan en hun te helpen, waar dit enigszins mogelijk is!”. Toen in november 1941 de Vereniging van Joden in België werd opgericht, zag Het Vrije Woord “reeds de omtrekken van een groot gevaar, dat de Joden in België bedreigt: de massadeportatie”. Voor het blad was het duidelijk: “de nazi-barbaren (…) trachten (…) van hun roofgierige aanvallen op de meeste Europese landen gebruik te maken, om hun antisemitische doelstelling te verwezenlijken: alle Joden binnen de perken van hun machtsbereik te vernietigen!”. De Joden werd dan ook aangeraden: “Tracht nu reeds een veilige plaats in een niet-Joods tehuis te vinden, alwaar gij vanaf het moment dat uw veiligheid het vereist illegaal kunt verblijven”.   

Vlucht naar Brussel en een nieuw begin

Het laatste nummer van Het Vrije Woord verscheen in augustus 1942, na een Duitse inval bij de redactie. Iedereen ontsprong echter de dans. De Duitsers konden enkel een duplicator en een voorraad papier in beslag nemen. Daarop weken de familie Mandel en andere (Joodse) leden uit naar het Brusselse.

Vanaf januari 1943 tot aan de bevrijding gaf Vrank en Vrij in Brussel een gelijknamig tijdschrift uit, met een gemiddelde oplage van 4.300 exemplaren. Vanaf mei 1943 tot aan de bevrijding verspreidde ze ook het Duitstalige blad Das Freie Wort. Er werden twee Duitse soldaten bereid gevonden om het blad mee te verspreiden.

Das Freie Wort en Vrank en Vrij werden in de kelders van een Brussels herenhuis vervaardigd, waar Henri, Rosa en Michel Mandel een onderkomen hadden gevonden. In het huis was het kantoor gevestigd van Vrank en Vrij-lid Marcel Devlieghere, die werkte voor Verzekeringsmaatschappij AG. Opmerkelijk is zeker dat ongeveer de helft van de leden van Vrank en Vrij zowel aan Het Vrije Woord, Vrank en Vrij en Das Freie Wort heeft meegewerkt. Dit wijst erop hoe goed de groep georganiseerd was. Desondanks ontkwam Vrank en Vrij, net zoals de andere verzetsgroepen, niet aan de Duitse repressie. 21 leden werden gearresteerd, waarvan er 13 de kampen niet overleefden.

Lieven Saerens

Bronnen en bibliografie

  • SOMA (AA 756, nr. 16 / 203): Fonds Lejeune: Vrank en Vrij.
  • Directie-Generaal Oorlogsslachtoffers: Individuele dossiers leden Vrank en Vrij.
  • Lieven Saerens, Vreemdelingen in een wereldstad. Een geschiedenis van Antwerpen en zijn joodse bevolking (1880-1944), Tielt, 2000.
  • Jan Willem Stutje. Ernest Mandel. Rebel tussen droom en daad, Antwerpen / Gent, 2007.

Eveneens met dank aan Jan Laplasse.